VVIA-e-nieuwsbrief
20.08.2002
de VVIA
Website
VVIA heeft in de loop van voorbije jaren - als
eerste industrieel-archeologische vereniging in Vlaanderen -
geïnvesteerd in moderne communicatiemiddelen: internet
en e-mail. Onze website omvat nu honderden afbeeldingen en
ruim 200 html-pagina's met informatie.
Onze website, die vroeger gehuisvest was bij Conservare,
is sedert begin van dit jaar verhuisd naar een eigen domein:
http://www.vvia.be , en
verwierf daarnaast nog enkele neven-domeinen die we later
hopen in te vullen (bv. www.industrieelerfgoed.be)
De oude website haalde in de loop van voorgaande vier
jaar 6605 bezoekers op zijn toegangspagina, met een gestage
groei:
aantal bezoekers per jaar:
1998
|
731
|
1999
|
1602
|
2000
|
1818
|
2001
|
2454
|
|
De bezoekers kwamen uit 63 landen (waarvan sommige erg
exotische), 88,19% uit Europa, 64% uit België en 11%
uit Nederland.
Daarnaast komt echter een veelvoud van bezoekers via
zoekmachines rechtstreeks op interne pagina's terecht,
zonder dat ze via de voordeur binnenkomen. Een onderzoek
midden 2000 leerde ons dat elke bezoeker op de
toegangspagina stond voor 14,... geconsulteerde pagina's.
Dit zou betekenen dat we in dat jaar meer dan 25.000 unieke
hits zouden gehaald hebben.
Tijdens de jaarwisseling gebeurde de verhuis, en in
januari/februari werden de interne verbindingen ("links")
gecontroleerd en aangepast. Vanaf 3 maart werd de website
operationeel geacht en startten we opnieuw met het tellen
van bezoekers op de toegangspagina's.
Tussen 3 maart en 30 juli passeerden reeds 1669 bezoekers
via onze voordeur. Als deze evolutie zich verderzet, dan
zullen we dit jaar op 10 maanden meer dan 3300 bezoekers op
onze thuispagina halen, geëxtrapoleerd op 12 maanden
zelfs een 4000-tal.
Tot 30 juli passeerden bezoekers uit 23 landen onze
thuispagina, verdeeld over 64,1% afkomstig uit België,
13,1% uit Nederland, 4,1% uit Duitsland, 3,4% uit de USA,
2,3% uit Frankrijk en 2% uit het Verenigd Koninkrijk.
De website wordt dus een belangrijk medium, en VVIA
wil hierin verder investeren. Tijdens voorbije weken werden
trouwens reeds een reeks kleine en grotere wijzigingen
aangebracht, en werd er heelwat informatie toegevoegd.
De website is een aanvulling op het tijdschrift 'Erfgoed
van Industrie en Techniek', en op een aantal andere
projecten die nog in onze lade zitten.
Daarom is VVIA nog steeds op zoek naar vrijwilligers die
willen meewerken aan onze werkgroep publikaties, die teksten
en fotomateriaal willen toeleveren, die op zoek willen gaan
naar nieuws en informatie voor onze leden
Kwarteeuw VVIA
De VVIA werd in 1978 - een beetje "tussen pot en
pint" opgericht, en bestaat volgend jaar dus een kwarteeuw.
We zijn daarmee één van de oudste
platformorganisaties in de sector, in Europa is enkel de
Britse "Association for Industrial Archaeology" ouder (zij
bestaan 30 jaar)
We willen dit niet zomaar laten voorbijgaan.
Vandaar dat er nu een groepje vrijwilligers timmert aan de
plannen voor volgend jaar.
Ook UW steentje kan daarbij belangrijk zijn.
Geef Uw naam op als U wil meewerken aan een werkgroep
'lustrum' - via info@vvia.be,
per fax 056/255173 of via ons postadres:
VVIA
Postbus 30 Gent XII
B-9000 Gent-12 (gelieve de "12" niet te vergeten)
Frankrijk: Cursus Industrieel, Wetenschappelijk en
Technisch Erfgoed
Onze Franse collegae melden ons dat door het
Conservatoire National des Arts et Métiers in Parijs
tijdens het academiejaar 2002-2003 en bachelor-cursus
'Communication, Valorisation, Muséologie et
Patrimoine Industriel, Scientifique et Technique' ingericht
wordt. Deze omvat een theoretische opleiding van 160 u. +
230 u. praktijk. De opleiding duurt twee jaar, maar kan ook
in één jaar doorlopen worden. De cursusleiding
berust bij prof. André Guillermé.
Indien U informatie wenst: Pascal Lévêque, 5
rue du Vertbois, F-75141 Paris cedex 03, tel.
+33.1.53018065.
United Nations Year for Cultural
Heritage
Door de UNO werd 2002 uitgeroepen tot het United
Nations Year for Cultural Heritage.
In tal van landen zijn in het kader hiervan speciale
activiteiten, studiedagen congressen, acties,... gepland. In
Vlaanderen heerst echter grote windstilte... Het blijkt dat
verschillende beleidsverantwoordelijken nog niet eens
gehoord hadden van dit jaar...
Hierbij weten de leden van de VVIA alvast dat UNYCH
bestaat.
En als ze meer informatie wensen kunnen ze kijken op de
website van UNESCO onder: www.unesco.org/culture/unych/
Hoe een industriële site laten beschermen
?
We vergeten al te vaak dat de meeste historische gebouwen
en sites - zéker de industrieel archeologische - nog
steeds bedreigde specimina zijn. Alhoewel het de bedoeling
van de Vlaamse Regering is om het aantal beschermingen op te
drijven naar ca. 15.000 panden (dus bijna een verdubbeling)
halen we daarmee in de verste verte de scores niet van bv.
Nederland (25.000 beschermde panden in Amsterdam) en
Groot-Brittannië (ca. 450.000 beschermde gebouwen).
Wettelijke bescherming is in feide de enige garantie die
men heeft om een pand te bewaren voor het nageslacht.
Vandaar dat wij onze leden nog steeds aanraden om voor
interessante panden een beschermingsaanvraag in te dienen.
Deze panden moeten een "historische, artistieke,
wetenschappelijke, volkskundige, industrieel-archeologische
of algemene sociaal-culturele waarde bezitten".
Eén van deze kwaliteiten is voldoende.
Elke Vlaming heeft het recht om een bescherming
aan te vragen. Dit moet dus niet gebeuren door de gemeente
of één of andere commissie of instantie.
Elkeen, privé-persoon, vereniging, historische
kring,... kan zo een aanvraag indienen.
Dit moet per brief gebeuren, waarin U even het belang van
het pand motiveert, best enkele illustraties bijvoegt, en de
exacte locatie aanduidt.
De aanvraag dient U te zenden aan de
minister bevoegd voor de monumentenzorg.
Dit is nu Minister Paul Van Grembergen,
Kreupelenstraat 2, 1000 Brussel.
Schrijf een brief
Voor bedreigde sites lanceert de VVIA een
briefschrijfcampagne - systeem 'Amnesty International'. Uit
de praktijk weten we dat het toestromen van brieven van
particulieren en verenigingen beschermingsdossiers opnieuw
kunnen op gang trekken.
Neem dus Uw pen ter hand, en schrijf een briefje
i.v.m.
- de elektrische centrales van Zwevegem en
Langerbrugge, waarvan Electrabel de bescherming wil doen
opheffen om ze te kunnen slopen
- de beschermde kanaalbrug over het Albertkanaal in
Riemst-Vroenhoven (waar een partijtje poker gespeeld
wordt door de dienst der waterwegen en minister Stevaart)
die men wil slopen omwille van een kanaalverbreding (alle
informatie verkrijgbaar bij het gemeentebestuur van
Riemst)
- de bescherming in Aalst van het graanmagazijn De
Wolf-Cosyns (1883) aan de Fr. De Wolfkaai, de gevels van
de moutsilo (1871), het sorteermagazijn voor granen en de
mouterij (1885) van dezelfde firma aan de Arbeidsstraat,
en de vroegere 'Filature du Canal' ofte 'Spinnerij Jelie'
aan de Werf. De actie voor het behoud van deze gebouwen
werd ingezet door de Werkgroep Monumentenzorg van de
Culturele Raad van Aalst, info via Jan Louies,
Arbeidsstraat 13, 9300 Aalst
- de bescherming van de voormalige pannenbakkerij van
'Kapel ter Bede' en van de textielfabriek 'De Stoop',
beide in Kortrijk. Vooral de eerste site is een oud
dossier dat reeds meer dan 15 jaar in een patstelling
zit... Info via 056/253373
- de bescherming van de meest relevante delen van de
Cokesfabriek van Zeebrugge
Meer informatie over deze sites vindt U binnenkort op
onze website, in de pagina's over 'bedreigde
sites' (deze worden in de loop van augustus
bijgewerkt)
Cokesfabriek Zeebrugge
I.v.m. de problematiek van de voormalige
cokesfabriek van Zeebrugge ('Carcoke) nam de VVIA via
een perstekst volgend standpunt in:
"De VVIA vzw verneemt dat de Vlaamse overheid
een overeenkomst bereikt heeft met de eigenaar van de
voormalige cokesfabriek van Zeebrugge voor de sanering
van deze terreinen. Hierbij zal de Vlaamse
Afvalstoffenmaatschappij deze gronden voor 1 symbolische
frank overnemen en saneren.
De VVIA vraagt aandacht voor de historische waarden
van deze site en van een reeks gebouwen die zich op het
terrein bevinden.
In de loop van 1999 bezochten vertegenwoordigers van de
VVIA, samen met ambtenaren van de provincie
West-Vlaanderen en van de stad Brugge meermaals de site -
en bestond overeenstemming over de waarde van het geheel
en over de noodzaak om een erfgoedgerichte herbestemming
te overwegen. Door vertegenwoordigers van de provincie
West-Vlaanderen werd toen een initiatief aangekondigd -
waar tot op heden (in het door de Verenigde Naties
uitgeroepen 'Jaar van het Cultureel Erfgoed', 2002) nog
steeds op gewacht wordt. Ook op de in 1999 in het
vooruitzicht gestelde samenstelling van een
werkcomité dat deze problematiek zou behandelen
wordt nog steeds gewacht.
De oorspronkelijke vergunning voor oprichting van
deze cokesfabriek werd op 24 augustus 1900 verleend. De
plannen - en tal van latere plannen - werden getekend
door de (zeker niet onbekende) architect René
Buyck. De eerste schepen die indertijd door de zeesluis
van Zeebrugge kwamen vervoerden steenkool voor deze
cokesfabriek. In 1929 werden nieuwe ovens gebouwd
(hersteld en terug in dienst genomen in december 1945).
In 1956 en 1959 werden respectievelijk 25 en 35 ovens
bijgebouwd. De oude ovens van 1929 werden in 1959
stilgelegd.
Op het terrein bevinden zich zeer representatieve en vrij
unieke cokes-ovens van verschillende generaties, een
schitterend bureelgebouw, indrukwekkende opslagplaatsen
en één van de laatste metalen gastanks die
Vlaanderen nog bezit.
De site bezit - zoals ook gesteld in een ambtelijk
verslag (28.04.1999) dat onze vereniging bereikte - een
grote zeldzaamheidswaarde (al de andere cokesfabrieken in
België zijn intussen verdwenen) en kunnen - net
zoals in Duitsland, zie verder - basis vormen voor een
toeristische en natuur-ontwikkeling. In elk geval, zoals
ook medewerkers van de stad Brugge indertijd stelden "De
fabriek is een ongemeen boeiende getuige van honderd jaar
sociaal-economische geschiedenis van Brugge".
De meeste van de bestaande gebouwen komen voor
herbestemming in aanmerking, en kunnen in het gebied een
belangrijke toeristische meerwaarde bieden - naast de
ontegensprekelijke erfgoedwaarde van de site. Wat de
mogelijkheden van dergelijke complexen zijn wordt op een
schitterende wijze getoond in Duitsland (IBA Emscher
Park).
De Vlaamse Vereniging voor Industriële
Archeologie vzw gaat er uiteraard mee akkoord dat deze
site in Zeebrugge gesaneerd wordt, doch is van oordeel
dat zulks - net zoals in het buitenland op tal van
plekken gebeurt - rekening moet houden met de waarde van
het aanwezige erfgoed. Het is opvallend dat in Duitsland
- met zijn bijzonder strenge milieunormen - twee
cokesfabrieken behouden en zelfs als cultuurtoeristische
attractiepool ontsloten worden. Eén daarvan
(Zollverein) werd samen met het bijbehorend mijncomplex
in 2001 ingeschreven op de Unesco-lijst van het
Werelderfgoed (waar ook onze begijnhoven, belforten en de
binnenstad van Brugge op voorkomen).
Het zou ons ten zeerste verwonderen indien de Vlaamse
Overheid met buitenlandse voorbeelden voor ogen, gezien
haar inzet voor het behoud en ontsluiting van erfgoed, en
in het "Jaar van het Cultureel Erfgoed" erfgoedbehoud en
milieu niet met mekaar zou kunnen
verzoenen.
De Vlaamse Vereniging voor Industriële
Archeologie vraagt daarom aan de Vlaamse Overheid om
minstens een deskundig verslag te laten opstellen over de
erfgoedwaarde van deze site en zijn onderdelen, en om
binnen de saneringsplannen ook aandacht te besteden aan
de erfgoedplanning ("heritage resource planning") voor
dit complex. Het zou o.i. totaal onverantwoord zijn om -
gezien de reeds gekende gegevens - "sanering" gelijk te
stellen met "sloping", zonder dat alle alternatieven voor
erfgoedbehoud minstens onderzocht werden.
De in Duitsland gebruikte methodiek kan hiervoor
een basis en uitgangspunt bieden."
Tot zover de perstekst
Meer informatie en een uitgebreide fotoreportage op onze
website op de reportagepagina
over de site
Indien U de site wil helpen redden, stuur dan even een
brief aan:
- het College van Burgemeester en Schepenen van Brugge,
Burg 12, 8000 Brugge
- de Bestendige Deputatie van W-Vlaanderen, P.A.C.
Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200
St.-Andries-Brugge
- de Heer Paul Van Grembergen, Minister bevoegd voor
Monumentenzorg en Cultuur,Kreupelenstraat 2, 1000
Brussel
- Mevr. Vera Dua, Minister van Leefmilieu en Landbouw,
Em. Jacqmainlaan 20, 7de verd., 1000 Brussel (bevoegd
voor de sanering van de terreinen)
|