Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie - platform voor industrieel erfgoed in Vlaanderen
STATUTEN

Naam en zetel / Doelstellingen
Effectieve leden / kandidaat-effectieve leden / Aangesloten leden
Ledenbeweging / Lid-abonnees
Provinciale en gewestelijke afdelingen
Commissies en werkgroepen / Wetenschappelijke raad / Bedrijvencomité
Raad van Beheer / Algemene Vergadering
Adviseurs, commissarissen
Boekjaar, rekeningen, eigendommen
Slotartikelen

terug naar vorige pagina

back to homepage  VVIA / Flemish Association for Industrial Archaeology

 

 

 

 

 

 

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Statuten van de
Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Vlaanderen - Brussel

vereniging zonder winstoogmerk

 

Deze nieuwe statuten zijn goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 9 december 2000. De hiernavolgende artikelen vervangen alle artikelen van de statuten van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie vzw, goedgekeurd op 01.05.1978 (Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, 24.08.1978), gewijzigd bij besluit van de Algemene Vergadering van 28.01.1984, en gewijzigd bij besluit van de Algemene Vergadering van 25.01.1992.

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 1
NAAM

De Vereniging wordt "Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie - Vlaanderen-Brussel, vereniging zonder winstoogmerk" genoemd, afgekort: "VVIA vzw". Ze wordt hierna 'de Vereniging' genoemd.
De Vereniging heeft haar maatschappelijke zetel in Boom ;
het adres van de Vereniging luidt: Noeveren 67 .
De Vereniging is opgericht voor onbeperkte duur.

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 2
DOELSTELLINGEN
De Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie is de platform-organisatie voor particuliere verenigingen, initiatieven en belangstellenden die zich inzetten voor studie, behoud en ontsluiting van het industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed in Vlaanderen en Brussel, nl.: het roerende erfgoed, het roerende erfgoed onroerend door bestemming, het onroerende erfgoed en het landschappelijk erfgoed van deze aard, evenals het immaterieel erfgoed (industriële en ambachtelijke tradities en knowhow) en alle informatiebronnen en informatiedragers die over de aard en achtergronden van dat erfgoed inlichten. 

De Vereniging heeft bepaaldelijk tot doel:

- de bevordering van het wetenschappelijk onderzoek naar het industrieel, technisch en wetenschappelijk verleden en erfgoed;

- de bevordering van behoud, onderhoud, restauratie en beheer van het industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed;

- de bevordering van ontsluiting, interpretatie en valorisatie van het industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed;

- de bevordering van overleg, samenwerking en coördinatie tussen de verschillende organisaties en initiatieven;

- de bevordering van de doorstroming van informatie van, naar en onder de leden;

- de verdediging en vertegenwoordiging van de leden;

- het nemen van alle andere initiatieven die bijdragen tot de kennis en het behoud van het industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed, en die de activiteiten en initiatieven van de leden ondersteunen.

De Vereniging kan zowel op eigen iniatief als op vraag van een effectief of aangesloten lid, maar slechts na goedkeuring daarvan door de Algemene Vergadering, overgaan tot tijdelijke verwerving van al dan niet beschermde gebouwen, monumenten, collecties, roerende goederen en landschappen, waarvoor problemen rijzen in verband met behoud, beheer, onderhoud, restauratie, en/of (her)bestemming. Maar de Vereniging zal die roerende of onroerende goederen niet permanent in eigendom of erfpacht houden. Ze zal wel zorgen voor oprichting en begeleiding van een specifieke opvang- en beheersvereniging of -structuur die behoud, onderhoud en beheer van die roerende of onroerende goederen kan garanderen. Ze zal de tijdelijke verworven goederen aan die nieuwe structuur overdragen. De nieuwe specifieke beheersvereniging kan vervolgens zo spoedig mogelijk als effectief lid van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie aanvaard worden.

Door de Vereniging kan een structuur uitgewerkt worden die zorgt voor gemeenschappelijke promotie voor publiek toegankelijke industrieel-archeologische, technische of wetenschappelijke monumenten, landschappen, musea en/of collecties, in beheer van de Vereniging of van haar effectieve of aangesloten leden. Die structuur kan ook bepaalde onderdelen van beheer en werking van die gebouwen, sites, musea en collecties gezamenlijk organiseren.

De Vereniging heeft eveneens tot doel lokale en thematische verenigingen die zich inzetten voor behoud, beheer en ontsluiting van industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed te ondersteunen en te bevorderen. Ze zal de oprichting en werking van die verenigingen ondersteunen, en zal ze helpen in hun streven naar verwerving, restauratie, onderhoud, interpretatie, adequate ontsluiting en bestudering van dat erfgoed - al dan niet beschermd als monument, stads- of dorpsgezicht of als roerend erfgoed.

De Vereniging zal animatie- en sensibilisatie-activiteiten organiseren om het belang en de waarde van het industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed bekend te maken. Daartoe zal de Vereniging onder meer een ledenbeweging uitbouwen, die hierna onder art. 3.2. vermeld is.

De Vereniging kan alle daden stellen die nodig zijn om haar doelstellingen te bereiken. Ze kan daartoe eveneens commerciële activiteiten uitoefenen, zoals uitgave en verkoop van publicaties, video's, cd-roms, de organisatie van reizen, tentoonstellingen, congressen, de verhuur en verkoop van roerende en onroerende goederen etc.

De Vereniging is gemachtigd samenwerkingsakkoorden af te sluiten met de Europese instellingen, de Federale Overheid, de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, de provincies, de gemeenten, andere openbare besturen, instellingen, verenigingen, bedrijven en alle andere private of publieke rechtspersonen.

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 3
LEDEN
De Vereniging bestaat uit effectieve leden .

3.1. Effectieve leden

3.1.1. Aantal
Het aantal effectieve leden der Vereniging is onbeperkt. Het bedraagt minimum drie. De effectieve leden vormen de Vereniging en slechts zij zijn te beschouwen als lid volgens artikelen 2, 3°, 5, 6, 7 en 10 van de wet van 27 juni 1921.
De effectieve leden zijn :

3.1.1.1.
privaatrechtelijke rechtspersonen, w.o. verenigingen, musea, vennootschappen met sociaal oogmerk en andere organisaties die geen winstoogmerk nastreven, waarvan de belangrijkste activiteiten betrekking hebben op studie en/of behoud en/of ontsluiting van industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed, die een aanvraag tot toetreding formuleren, die volgens de hierna beschreven procedure door de Algemene Vergadering aanvaard worden en die deze statuten onderschrijven en aanvaarden; die rechtspersonen moeten hun zetel en werkterrein in Vlaanderen en/of Brussel hebben; wat Brussel betreft moeten zij eentalig tot de Vlaamse Gemeenschap behoren;

3.1.1.2.
natuurlijke personen die op basis van hun functie, beroep of positie volgens de hierna omschreven procedure aanvaard worden en die deze statuten onderschrijven en aanvaarden; die natuurlijke personen moeten domicilie hebben in Vlaanderen en/of Brussel; wat Brussel betreft, moeten ze eentalig tot de Vlaamse Gemeenschap behoren.

3.1.1.3.
de provinciale afdelingen en de gewestelijke afdeling Brussel van de ledenbeweging van de VVIA (zie art. 4.2.), zodra die tot verkiezing van hun comité overgegaan zijn; de provinciale en gewestelijke afdelingen verliezen hun effectief lidmaatschap zodra zij geen verkozen comité meer bezitten.

3.1.1.4.
de coördinatoren van de werkgroepen en commissies die ingesteld worden bij beslissing van de Algemene Vergadering en aan de opheffing van die commissies of werkgroepen (zie art. 5.1.), evenals de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad (zie art. 5.2.) en de voorzitter van het Bedrijvencomité (zie art. 5.3.)

3.1.2. Kandidaten
Kandidaat-effectieve leden dienen een schriftelijk en gemotiveerd verzoek aan de Beheerraad te richten, ondersteund door minstens twee effectieve leden van de Vereniging. Ze voegen bij hun aanvraag een dossier dat de Beheerraad de mogelijkheid biedt hun kandidaatstelling te evalueren en waarin zij verklaren de statuten en de huishoudelijke reglementen van de VVIA te aanvaarden. De Beheerraad kan inhoud en vorm van dat dossier bepalen en kan desgevallend aanvullende inlichtingen of verduidelijkingen vragen.

3.1.3. Procedure
De Beheerraad ontvangt en bespreekt de aanvraag, en stelt een gemotiveerd advies op over de kandidaatstelling. De raad ven beheer plaatst het voorstel tot aanvaarding van een kandidaat-effectief lid op de agenda van de eerstvolgende Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering beslist hierover.
Bij weigering dient de Algemene Vergadering zijn weigering te motiveren en binnen de maand schriftelijk ter kennis te brengen van de kandidaat. Tegen die beslissing is geen beroep mogelijk. Een afgewezen kandidaat-effectief lid kan na verloop van een jaar zijn kandidaatstelling vernieuwen, wanneer hij meent dat voldaan is aan de bezwaren die tegen zijn aanvaarding geformuleerd werden.

In afwijking van bovenstaande procedure zullen alle organisaties die voldoen aan de beschrijving en voorwaarden geformuleerd in art. 3.1.1.1. en die binnen drie maanden na goedkeuring van deze nieuwe statuten een aanvraag indienen tot aanvaarding, automatisch aanvaard worden als effectief lid van de VVIA, na voorlegging van een schriftelijke verklaring van hun Beheerraad of Algemene Vergadering, waarbij ze bevestigen dat ze de VVIA-statuten aanvaarden en geratificeerd hebben.

3.1.4. Lidgeld
De effectieve leden betalen jaarlijks een bijdrage, waarvan het bedrag jaarlijks door de Algemene Vergadering vastgesteld wordt. Die bijdrage mag in geen geval minder dan 25 euro en in geen geval meer dan 500 euro bedragen.
De Algemene Vergadering kan beslissen verschillende tarieven van lidgeld in te voeren, afhankelijk van grootte, belang en draagkracht van de aangesloten effectieve leden. De bijdrage is opeisbaar één maand na haar vaststelling door de Algemene Vergadering.
De door de Algemene Vergadering ingestelde werkgroepen en commissies (zie art. 5.1.) en de provinciale en gewestelijke afdelingen evenals de voorzitters van de Wetenschappelijke Raad en het Bedrijvencomité, zijn vrijgesteld van betaling van een bijdrage. 

3.1.5. Termijn van effectief lidmaatschap; ontslag
De Algemene Vergadering kan eventueel een termijn van de duur van het effectief lidmaatschap bepalen. Het effectief lidmaatschap eindigt na verstrijking van de vastgestelde termijn, door ontbinding van de rechtspersoon van het effectief lid, en door ontslag, afzetting of overlijden. De effectieve leden kunnen voor het einde van hun mandaatstermijn ontslag nemen door het sturen van een brief, waarin zij hun ontslag meedelen, gericht aan de Beheerraad van de Vereniging.
Weigering tot betaling van verschuldigde sommen, ernstige overtreding van de statuten of berokkenen van enigerlei nadeel aan de Vereniging worden als ontslagneming beschouwd. De Algemene Vergadering beschouwt als ontslagnemend het effectieve lid dat stelselmatig zou nalaten deel te nemen aan de activiteiten van de Vereniging. De afgevaardigde van het effectief lid die de rechtspersoon verlaat die hij/zij vertegenwoordigt, wordt van rechtswege als niet langer gemandateerd beschouwd.
Bij betwisting beslist de Algemene Vergadering, zonder verhaal.
Uitsluiting van een lid gebeurt slechts volgens art. 12 van de wet van 27 juni 1921.

3.1.6. Representativiteit, verhoudingen tussen VVIA en haar effectieve leden

3.1.6.1.
De effectieve leden kunnen via hun participatie in de Algemene Vergadering en de Beheerraad van de Vereniging de prioriteiten, het beleid en de werking van de VVIA bepalen. Ze gaan er derhalve van uit dat de VVIA hun representatieve vertegenwoordiger en spreekbuis is naar de overheid, naar overkoepelende organisaties, naar supranationale structuren en naar het buitenland voor wat betreft het algemeen beleid inzake industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed.
De effectieve leden behouden niettemin het recht zelfstandig verder alle contacten te onderhouden met gelijksoortige organisaties binnen hun werkthema of werkingsgebied en uitspraken te doen over of standpunten in te nemen op hun specifieke werkterrein.

3.1.6.2.
De VVIA zal haar effectieve leden consulteren voor ze standpunten inneemt die een bijzondere draagwijdte hebben, of die een bijzondere weerslag kunnen hebben op de ontwikkeling of de uitstraling van de industriële archeologie in Vlaanderen.

3.1.6.3.
De VVIA zal haar effectieve leden consulteren telkens als standpunten moeten worden ingenomen die de eigen werking van die organisaties kunnen raken.

3.2. Lid-abonnees
De Vereniging zal een ledenbeweging opzetten waarbij natuurlijke personen en rechtspersonen als lid-abonnees kunnen aansluiten.
De vereniging beschouwt als lid-abonnee: natuurlijke personen of rechtspersonen die jaarlijks een som betalen waarvan het bedrag jaarlijks door de Beheerraad vastgesteld wordt maar niet meer dan 500 euro mag bedragen. De bijdrage is opeisbaar één maand na haar vaststelling door de Beheerraad. Toetreding, rechten en plichten van de lid-abonnees kunnen door de Algemene Vergadering bepaald worden in een huishoudelijk reglement.

3.3. Aangesloten leden
Overheidsdiensten, instellingen en organisaties van publiekrechtelijke aard, musea en instellingen die onder rechtstreeks beheer van een publieke rechtspersoon vallen, kunnen op hun verzoek door de Algemene Vergadering als aangesloten leden aanvaard worden.
De procedure voor aanvaarding van aangesloten leden is dezelfde als die voor de effectieve leden. De aangesloten leden betalen een lidgeld dat minstens 2,5 x het bedrag bedraagt dat een effectief lid dient te betalen. De aangesloten leden bezitten dezelfde rechten en plichten als een effectief lid, behalve het stemrecht tijdens de Algemene Vergadering - die zij wel met spreek- en adviesrecht mogen bijwonen.

3.4. Andere categorieën van leden
De Beheerraad of de Algemene Vergadering kunnen andere categorieën van leden in het leven roepen, die niet als effectieve leden beschouwd worden.
De Beheerraad of de Algemene Vergadering kunnen titels van steunend, beschermend, of raadgevend lid, erelid of andere titels toekennen, volgens een specificatie vastgelegd in een huishoudelijk reglement. 

3.5.
De in 3.2. tot 3.4. opgesomde categorieën zijn geen deelhebber of 'lid' volgens art. 2§3°, 5, 6, 7 en 10 van de wet van 27 juni 1921 en volgens art 3.1 van deze statuten en kunnen derhalve geen rechten op de Vereniging of op het beheer van de Vereniging laten gelden.

3.6.
Een aftredend of uitgesloten lid en de rechthebbenden van een overleden lid hebben geen aanspraak op het vermogen van de Vereniging en kunnen nooit teruggave eisen van gestorte bedragen, van inbreng of andere prestaties.

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 4
DE LEDENBEWEGING

4.1.
De lid-abonnees (zie art. 3.2.) van de Vereniging vormen de ledenbeweging van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie.

4.2. Provinciale afdelingen, gewestelijke afdeling Brussel

4.2.1. Samenstelling
De lid-abonnees, natuurlijke personen en rechtspersonen evenals de effectieve leden en de aangesloten leden worden volgens hun woonplaats of maatschappelijke zetel ingedeeld bij een provinciale afdeling, bij de afdeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of volgens de keuze van de betrokkene. 

4.2.2. Doel, opdracht
Die afdelingen zorgen voor het opzetten van de ledenbeweging in hun werkingsgebied. Ze zorgen voor organisatie van activiteiten, voor doorstroming van informatie, contacten en samenwerking tussen leden en belangstellenden, contacten en samenwerking met organisaties en verenigingen, etc. Ze verzorgen ook de contacten tussen de Vereniging en de instellingen en administraties in hun provincie, of in Brussel met de diensten en administraties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Ze zorgen voor verspreiding van de standpunten en de informatie van de Vereniging. Ze informeren de Vereniging over gebeurtenissen in hun regio. 

4.2.3. Oprichting en beheer
De in 4.2.1. vermelde leden verkiezen (bij voorkeur in de loop van december) een provinciaal voorzitter, provinciaal secretaris-penningmeester en een of meerdere leden van het provinciaal comité van hun provincie, of van een gewestelijk comité voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De afdeling wordt tijdens de daaropvolgende Algemene Vergadering van de Vereniging aanvaard of bevestigd als effectief lid.
Een afdeling houdt op te bestaan wanneer er geen provinciaal of gewestelijk comité meer verkozen is.

4.2.4. Werking en standpunten
De werking van de provinciale afdelingen en van gewestelijke afdeling Brussel is onderdeel van de algemene werking en het algemeen beleid van de Vereniging.
De provinciale afdelingen en de gewestelijke afdeling kunnen volledig autonoom eigen initiatieven nemen, die enkel op hun werkingsgebied betrekking hebben. Die initiatieven mogen niet indruisen tegen deze statuten, tegen door de Vereniging vastgelegde standpunten of tegen door de Vereniging geplande initiatieven en activiteiten.
De afdelingen kunnen provinciaal of binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest samenwerkingsvormen met derden tot stand brengen, op voorwaarde dat die niet indruisen tegen deze statuten, de huishoudelijke reglementen, en het algemeen beleid van de Vereniging.

4.2.5. Financiering van de afdelingen
De financiering van de provinciale afdelingen en de gewestelijke afdeling gebeuren via een specifieke begrotingspost op de begroting van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie vzw. Het bedrag waarover die afdelingen jaarlijks kunnen beschikken, bestaat uit een vast bedrag (dotatie) en uit een gedeelte van het lidgeld betaald door de leden uit hun regio. Die bedragen en percentages worden jaarlijks door de Algemene Vergadering vastgesteld.
De provinciale afdelingen en de gewestelijke afdeling kunnen eigen inkomsten verwerven, bv. via schenkingen, sponsoring of specifieke subsidiëringen. Die bedragen worden ingeschreven de begrotingspost die aan de afdeling toegewezen is.
Zonder goedkeuring van de Beheerraad of de Algemene Vergadering kunnen de afdelingen de Vereniging niet financieel binden, tenzij voor de grootte van het bedrag dat nog op hun begrotingspost beschikbaar is.
De provinciale afdelingen bezorgen binnen de maand alle financiële verantwoordingsstukken aan de penningmeester of boekhouder van de Vereniging.
Bij opheffing van een afdeling worden de resterende middelen daarvan gevoegd bij de middelen van de Vereniging. 

4.2.6. Verslaggeving door de afdelingen
De afdelingen zullen regelmatig over hun werkzaamheden en resultaten rapporteren aan de Beheerraad. Ze zullen ook jaarlijks een gedetailleerd jaarverslag opstellen, dat voorgelegd wordt aan de jaarlijkse Algemene Vergadering en nadien aan het algemeen jaarverslag van de Vereniging gehecht wordt.
De archieven en documenten van de afdelingen zullen zodra mogelijk in het centrale archief van de Vereniging gedeponeerd worden. 

4.2.7. Huishoudelijk reglement
Na overleg met de afdelingen kan de Beheerraad een huishoudelijk reglement opstellen en ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering voorleggen. Dat huishoudelijk reglement kan de procedures van de werking van de afdelingen verduidelijken en vastleggen in overeenstemming met deze statuten.

 

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 5:
WERKGROEPEN, COMMISSIES EN WETENSCHAPPELIJKE RAAD

5.1. Commissies en werkgroepen
De Algemene Vergadering kan op gemotiveerd voorstel van de Beheerraad of van minstens drie effectieve leden beslissen tot oprichting en opheffing van specifieke werkgroepen of commissies, hun taken en bevoegdheden en desgevallend de duur van hun werkzaamheden bepalen.
Elke werkgroep of commissie wordt geleid door een coördinator en een verslaggever, die beiden aangesteld worden door de Algemene Vergadering en waarvan het mandaat herroepen of verlengd wordt door de Algemene Vergadering. De coördinatoren van die werkgroepen en commissie worden aangesteld als effectief lid van de Vereniging.
De werkgroepen en commissies zullen regelmatig over hun werkzaamheden en resultaten rapporteren aan de Beheerraad. Ze zullen ook jaarlijks een gedetailleerd jaarverslag opstellen, dat voorgelegd wordt aan de jaarlijkse Algemene Vergadering en dat nadien aan het algemeen jaarverslag van de Vereniging gehecht wordt.
De archieven en documenten van de werkgroepen en commissies zullen zodra mogelijk in het centrale archief van de Vereniging gedeponeerd worden. 

5.2. Wetenschappelijke Raad
Er wordt een Wetenschappelijke Raad opgericht die bestaat uit vertegenwoordigers van wetenschappelijke instellingen, opleidings- en onderzoeksinstituten en diensten en instellingen bevoegd voor monumentenzorg, museumwezen en archiefwezen. De Wetenschappelijke Raad vergadert onafhankelijk en op bijeenroeping van zijn voorzitter, maar rapporteert enkel aan de Beheerraad en de Algemene Vergadering van de VVIA.
De voorzitter van de Wetenschappelijke Raad wordt aangesteld als effectief lid van de Vereniging.
De Vereniging kan deze Wetenschappelijke Raad om advies vragen in alle aangelegenheden die betrekking hebben op het wetenschappelijk onderzoek of op aspecten die de vooruitgang van het wetenschappelijk onderzoek inzake het industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed aanbelangen. De Wetenschappelijke Raad zal ook jaarlijks aan de Algemene Vergadering van de Vereniging een verslag voorleggen over de vooruitgang, de beperkingen en de hinderpalen die voor dit wetenschappelijk onderzoek bestaan. Dat verslag zal eveneens een prioriteitenlijst voor wetenschappelijk onderzoek bevatten. Het verslag zal na goedkeuring door de Algemene Vergadering aan het algemeen jaarverslag van de Vereniging gehecht worden en zal eveneens afzonderlijk verspreid worden bij individuele onderzoekers, onderzoeksinstellingen, onderwijs en opleiding.

5.3. Bedrijvencomité
De Algemene Vergadering kan overgaan tot het oprichting en samenstelling van een Bedrijvencomité dat bestaat uit vertegenwoordigers van bedrijven en economische, sociale en industriële organisaties. De taken en de werking van dit Bedrijvencomité zal in een huishoudelijk reglement bepaald worden. Het zal op de eerste plaats fungeren als een contactplatform tussen de organisaties en instellingen die zich inzetten voor studie en behoud van het industrieel en technisch erfgoed, en het moderne bedrijfsleven in Vlaanderen. Het zal de VVIA eveneens adviseren en begeleiden in haar contacten met bedrijven en met de vertegenwoordigers ervan. 

5.4. Begroting en werkingsmiddelen van werkgroepen en commissies
Begroting en werkingsmiddelen van werkgroepen en commissies worden bepaald door de Algemene Vergadering. Alle uitgaven en financiële verrichtingen van de werkgroepen en commissies verlopen via de centrale boekhouding van de Vereniging. 

5.5. Huishoudelijk reglement
De Beheerraad kan een of meerdere huishoudelijk reglementen opstellen en ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering voorleggen, waarin de procedures en de werking van commissies en werkgroepen verduidelijkt en gereglementeerd worden in overeenstemming met deze statuten.

 

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 6
RAAD VAN BEHEER

6.1. Samenstelling
De Vereniging wordt beheerd door een Beheerraad die bestaat uit ten minste drie en ten hoogste twaalf beheerders. Ze worden benoemd door de Algemene Vergadering die ook hun mandaat kan herroepen. Hun mandaat duurt drie jaar. Elk jaar vervalt het mandaat van één derde van de leden van de Beheerraad. De beheerders zijn onmiddellijk herkiesbaar. Het mandaat van beheerder eindigt bovendien door overlijden, ontslag, afzetting of door verlies van lidmaatschap. Het mandaat van een weggevallen beheerder wordt voltooid door een gecoöpteerd beheerder, waarvan het mandaat bevestigd dient te worden door de eerstvolgende Algemene Vergadering.
De taken van de beheerders en van de Beheerraad worden bepaald door art. 13 van de wet van 27 juni 1921

6.2. Functies
De Beheerraad kiest uit eigen kring de algemeen voorzitter, de algemeen secretaris en de penningmeester. De Beheerraad kan beslissen om eventueel andere specifieke functies in het leven te roepen. De taakverdelingen onder de beheerders kunnen worden verduidelijkt door een huishoudelijk reglement, dat geen afbreuk mag doen aan de bepalingen van deze statuten en van de wet. 

6.3. Bijeenroeping
De Beheerraad wordt bijeengeroepen door de algemeen voorzitter of door twee van zijn leden, telkens het belang van de vereniging dat vereist, en minstens eenmaal per kwartaal. De uitnodiging voor een Beheerraad bevat de agenda van de vergadering en wordt minstens acht dagen vooraf aan alle leden van de Beheerraad toegestuurd. 

6.4. Beslissingen en bekendmakingen
Alle beslissingen van de Beheerraad worden bij gewone meerderheid genomen. De notulen van de vergadering van de Beheerraad worden door de algemeen secretaris opgemaakt en het ontwerp wordt aan alle leden van de Beheerraad toegestuurd. Eén exemplaar wordt door de secretaris in een bijzonder register bijgehouden en na goedkeuring ondertekend door de algemeen voorzitter, de algemeen secretaris en de leden die dat wensen.
De Beheerraad houdt de effectieve leden ten alle tijde op de hoogte van zijn werkzaamheden. Daartoe ontvangen de effectieve leden de agenda van elke Beheerraad vooraf ter kennisgeving; naderhand ontvangen ze een beknopt verslag van de behandelde punten en genomen beslissingen. De effectieve leden kunnen inzage vragen, maar zonder meenemen van de stukken, de volledige verslagen of bepaalde delen ervan, evenals van alle stukken die daarop betrekking hebben.

6.5. Bezoldiging en vergoeding
De beheerders kunnen niet bezoldigd worden voor verrichting van hun taak als beheerder. Wel kan de Beheerraad de terugbetaling bevelen van sommige kosten die door de effectieve leden en de beheerders van de Vereniging worden gedragen en die voortkomen uit hun medewerking aan de Vereniging.

6.6. Afgevaardigde-beheerder en dagelijks bestuur
De Beheerraad kan een afgevaardigde-beheerder aanduiden. De Beheerraad kan overgaan tot samenstelling van een dagelijks bestuur. De bevoegdheden van de afgevaardigde-beheerder en het dagelijks bestuur worden bepaald door een huishoudelijk reglement, dat door de Beheerraad opgemaakt wordt en waarvan kennis gegeven wordt aan de Algemene Vergadering

6.7. Bestuur en verbintenissen
De Beheerraad is belast met het dagelijks bestuur van de Vereniging. De Beheerraad vertegenwoordigt en verbindt de Vereniging zonder bijzondere machtiging van de Algemene Vergadering voor alle gerechtelijke en buitengerechtelijke daden.
Alles wat niet uitdrukkelijk door de wet gereserveerd is voor de Algemene Vergadering behoort tot de bevoegdheden van de Beheerraad.
De beheerders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van de Vereniging. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitoefening van een ontvangen mandaat.

 

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 7
ALGEMENE VERGADERING

7.1. De Algemene Vergadering
De Algemene Vergadering is samengesteld uit al de in art. 3.1. opgesomde effectieve leden van de Vereniging. De aangesloten leden, vermeld in art. 3.3. mogen de Algemene Vergadering bijwonen met raadgevende stem, maar zonder beslissende stem.
De Algemene Vergadering wordt voorgezeten door de algemeen voorzitter, of bij zijn afwezigheid door een lid van de beheerraad.

7.2. Bevoegdheden
De rechtsgeldig bijeengekomen Algemene Vergadering vertegenwoordigt al de leden. Haar besluiten verbinden eveneens de leden die niet of tegen stemmen. Zij beraadslaagt in al de zaken die de Vereniging aanbelangen en die niet uitdrukkelijk aan de Beheerraad zijn gereserveerd en in de zaken vermeld in art. 4 en 12 van de wet van 27 juni 1921

7.3. Procuraties
Elk effectief lid mag zich op de Algemene Vergadering laten vertegenwoordigen door een schriftelijk gemachtigde die effectief lid is van de Vereniging. Niemand mag meer dan twee lastgevers vertegenwoordigen.

7.4. Stemverdeling
Elk effectief lid bezit één stem in de Algemene Vergadering.

7.5. Bijeenroeping
De Algemene Vergadering vergadert minstens éénmaal per jaar, in de eerste trimester en bij voorkeur de laatste zaterdag van februari. De leden worden minstens een maand voor elke Algemene Vergadering uitgenodigd bij gewone brief; de uitnodiging bevat de agenda van de bijeenkomst.

7.6. Beslissingen, quorum
De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid, onder voorbehoud van de art. 8, 12 en 20 van de wet van 27 juni 1921. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
De beslissingen worden genotuleerd in een bijzonder register dat bewaard wordt ten zetel van de Vereniging en dat kan ingezien worden door leden en door derden die van een belang doen blijken, maar zonder meeneming van de stukken. 

 

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art 8
ADVISEURS, COMMISSARISSEN

8.1. Adviseurs
De Beheerraad kan zich laten bijstaan door één of meerdere externe adviseurs die echter slechts een adviserende bevoegdheid en geen stemrecht beschikken.

8.2. Commissarissen
De Algemene Vergadering kan jaarlijks beslissen tot aanduiding van één of meerdere commissarissen. Het is de taak van deze commissarissen om de rekeningen en de boekhouding na te kijken; zij zullen minstens jaarlijks, vóór goedkeuring van de balans en het opstellen van de begroting, een verslag van hun bevindingen aan de Algemene Vergadering voorleggen. Deze commissarissen mogen géén deel uitmaken van de Beheerraad en moeten niet noodzakelijk lid van de Vereniging zijn. 

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 9
BOEKJAAR, REKENINGEN, EIGENDOMMEN

9.1. Boekjaar
Het boekjaar van de Vereniging loopt van 1 januari tot 31 december.
Rekening en verantwoording wordt jaarlijks afgelegd in navolging van art. 13 der wet van 27 juni 1921. De Beheerraad bereidt de rekeningen en de begroting voor en legt deze ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.

9.2. Saldo
Het batig saldo vergroot het vermogen van de Vereniging en in geen enkel geval als dividenden worden uitgekeerd 

9.3. Eigendommen
De Vereniging kan in eigendom of op een andere wijze roerende en/of onroerende goederen verwerven die nodig zijn om de doeleinden van de Vereniging te bereiken. Deze verwervingen kunnen enkel mits goedkeuring ervan door de Beheerraad voor verwerving van roerende goederen en door de Algemene Vergadering voor de verwerving van onroerende goederen, onverminderd de in artikelen 15 en 16 van de wet van 27 juni 1921, de in het Burgerlijk Wetboek omschreven bepalingen, en de bepalingen opgenomen in art. 2 van deze statuten.

9.4. Terbeschikkingstelling van goederen
Tenzij in een specifieke aan derden tegenstelbare akte anders overeengekomen wordt blijft ieder van de oprichter en ieder van de effectieve leden eigenaar van de roerende en onroerende goederen die hij in beheer en gratis ter beschikking stelt van de Vereniging en dit voor de ganse termijn van het bestaan van de Vereniging en/of de looptijd van de terbeschikkingstelling. De verdere overdracht in beheer aan derden, het afstaan of toevertrouwen van zakelijke of andere rechten kan slechts gebeuren mits uitdrukkelijk schriftelijk akkoord van de eigenaar van de ter beschikking gestelde roerende en onroerende goederen, en mits naleving van art. 9.3. van deze statuten.

 

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 10
STATUTENWIJZIGINGEN, ONTBINDING

10.1. Wijzigingen
Deze statuten kunnen slechts gewijzigd worden in navolging van art. 4 en art. 8 van de wet van 27 juni 1921.

10.2. Ontbinding
De Vereniging kan ontbonden worden bij beslissing van de Algemene Vergadering, mits naleving van de bepalingen van de wet van 27 juni 1921. In geval van ontbinding zal, na aanzuivering van eventuele passiva, de bestemming van de goederen bepaald worden door de Algemene Vergadering, in overeenstemming met het doel der Vereniging

 

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art. 11
HUISHOUDELIJKE REGLEMENTEN
De Beheerraad kan indien nodig huishoudelijke reglementen ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering voorleggen, op voorwaarde dat deze niet in strijd zijn met de wet van 27 juni 1921 en de bepalingen van deze statuten.

 

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Art.12
SLOTBEPALING
Voor alles waarin hierin niet uitdrukkelijk is voorzien blijven de wet van 27 juni 1921 en de gebruiken inzake verenigingen van toepassing

 

 

Unaniem goedgekeurd door de algemene vergadering:
St.-Niklaas, 9 december 2000,

 

 

 


terug naar vorige pagina back to homepage  VVIA / Flemish Association for Industrial Archaeology