Flemish Association for Industrial Archaeology - THE Forum for the Industrial and Technical Heritage in Flanders - CLICK TO ENTER


Erfgoed van Industrie en Techniek - Vlaams-Nederlands Tijdschrift

Erfgoed van Industrie en Techniek, 2012, nr. 4 - Vlaams-Nederlands tijdschrift voor industriecultuur

Jaargang 2012, nr 4  

Dit nummer bevat volgende bijdragen:

  • Adriaan LINTERS: Stoom in Catalonië (naar aanleiding van het verschijnen van Les Màquines de Vapor a Catalunya)
    • Catalonië stond in de 19e en het begin van de 20e eeuw bekend als 'La fabricà d'Espanya'. Symbolisch situeren de Catalanen het begin van de industrialisatie en van het stoomtijdperk tussen de start van het moderne textielbedrijf van Bonaplata (1833), de eerste vaart van het stoomschip El Balear in 1834 en de inhuldiging van de stoomspoorlijn Barcelona-Mataró (1848). Dat de stoommachine daarin een rol speelde is duidelijk - maar het was een bijrol omdat de overvloedige aanwezigheid van waterkracht en de vestiging van (textiel)dorpen langsheen rivieren als de Llobregat en de Ter de nadruk legde op het gebruik van goedkope hydraulische energie. Ook voor de vroege electrificatie van de streek. Alhoewel een aantal eigen bedrijven stoommachines en -ketels produceerden, valt het aandeel van ingevoerde machines op, uit Engeland, Frankrijk, Duitsland, en... uit Gent
  • Bo VAN GESTEL en Bie PLEVOETS: Het casino van Gompel: monument van de glasnijverheid in Mol
    • Het imposante 'casino' van Gompel is in 1926 opgericht door de plaatselijke glasfabriek, de 'Compagnie Internationale pour la Fabrication Mécanique du Verre'. De fabriek zelf startte in 1921 onmiddellijk met het Amerikaanse productiesysteem Libbey-Owens (waarvan er toen maar zes in Europa bestonden).  In het bedrijf werkten zowel Waalse als Vlaamse arbeiders. Het technisch geschoold personeel werd vanuit de Henegouwse glasnijverheid aangetrokken. In Mol zelf was er onvoldoende woongelegenheid, zodat de fabriek woningen en andere voorzieningen moest bouwen.
  • Filip CREMERS: Nationaal Museum van de Speelkaart. Een korte geschiedenis.
    • In een centrum van de speelkaartenfabricage hoort een speelkaartenmuseum. De idee ontstond in 1965, en in 1969 werd een eerste museumkern geopend. Na jaren in moeilijke omstandigheden gehuisvest te zijn, werd in 1999-2003 gestart met de grondige renovatie van de leegstaande fabriek van de firma Mesmaekers (1926) in de Druivenstraat, waar het museum nu ondergebracht is. Als enige van het handjevol speelkaartenmusea ter wereld speelt Turnhout volop de grafische kaart uit. Het museum toont niet enkel speelkaarten (van ontwerp tot afgewerkte spellen), maar ook de werktuigen, apparatuur en technieken om deze te vervaardigen. Eén van de pronkstukken is een stoommachine
  • Alien CLUKERS en Koenraad VAN CLEEMPOEL: Een nieuw voorstel voor de herbestemming van de stoomhoutzagerij Beyens te Laakdal
    • De voormalige stoomhoutzagerij is een goed voorbeeld van een landelijk bedrijf uit het begin van de 20e eeuw. De beschermde site stond vanaf de jaren 1990 leeg, zonder onderhoud, ten prooi aan verval. Heel de apparatuur, inclusief de stoommachine, bleef bewaard. Het artikel geeft een overzicht van alle voorstellen die ooit tot herbestemming gedaan werden en doet een realistisch voorstel tot herbestemming als tuincentrum. Bij het ter perse gaan werd echter vernomen dat het grootste deel van de bescherming opgeheven (met uitzondering van de stoommachinekamer) en intussen gesloopt werd.
  • Arnaud HAMY: Kant en mode aan de eer in Calais. De 'Cité internationale de la dentelle et de la mode'
    • De mechanische kantnijverheid arriveerde in Frankrijk vanuit Nottingham via Calais in de loop van het tweede decennium van de 19e eeuw, en verspreidde zich over tal van plaatsen waar er vroeger reeds kantproductie bestond, tussen Rouen en Saint-Quentin via Parijs. Langzamerhand zouden drie centra zich in deze bedrijfstak specialiseren: Lyon, Caudry en Calais. In deze laatste stad telde men in 1821 38 mechanische kantgetouwen die werk gaven aan 47 arbeiders. Tien jaar later waren er al 429 machines en zo'n 5000 werknemers. In de jaren 1920 waren er 110 kantbedrijven en 31.500 rechtstreeks tewerkgestelden.
      Kant behoort tot de historische identiteit van deze havenstad. Het gemeentebestuur kocht daarom de oude Boulart-fabriek, en vormde deze om tot een indrukwekkend museum dat thans jaarlijks so'n 100.000 bezoekers aantrekt.
  • Boekbesprekingen:
    • Industrial Archaeology. A handbook
    • Harenmakerij en oliemolens in de Zaan
    • Qui veut tuer la dentelle de Calais. De ondergang van de kantindustrie in Calais
    • De De Gruyterfabriek in de etalage
    • Meccano. Toys for boys



In het kader van de samenwerking tussen Vlaamse en Nederlandse organisaties voor industriële archeologie, werden het Vlaamse tijdschrift 'Industrieel Erfgoed' en het Nederlandse 'Erfgoed van Industrie en Techniek' vanaf begin 2000 samengesmolten tot één gemeenschappelijk Vlaams-Nederlands tijdschrift.
In Vlaanderen wordt het tijdschrift verdeeld via de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie vzw en is het abonnement inbegrepen in de prijs van het VVIA-lidmaatschap

klik hier om je te abonneren  

 

 

(c) Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
http://www.vvia.be 

Flemish Association for Industrial Archaeology. Association Flamande d'Archéologie Industrielle. Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie. Hier vindt U informatie over het industrieel erfgoed in Vlaanderen en Brussel.
industrial archaeology, industrial heritage, industrial, industrieel, heritage, erfgoed, Vlaanderen, Flanders, Vlaams, Flemish,