GEZOCHT / AANGEBODEN



005. Unieke historische kotterbank bedreigd bij Eternit - Wie helpt deze machine redden ?

Bij ETERNIT staat een oude, nog operationele kotterbank van HW Kearns & Co uit Broadheath, Manchester, UK. De machine dateert waarschijnlijk uit de jaren dertig. Een juiste datum voor deze machine kon niet gevonden worden, maar er staan twee patentnummers in het bed gegoten, zijnde 17999 uit 1902 en 12322 uit 1912.
Het is een vrij unieke en indrukwekkende machine, vanuit funderingsput tot bovenaan ongeveer 7 meter hoog, een beweegbare slede XY van ongeveer 2 x 2 m met een slag van 2 meter; maximum snede cirkel diameter ca. 1800mm. De kotterkop met aandrijving hangt aan twee zware kettingen en wordt in evenwicht gehouden met contragewicht van een paar ton. De lagering van assen is met bronzen bussen uitgevoerd met erboven een smeerpotje.
Ze wordt aangedreven door leren riem + een asynchrone ASAE motor met verdraaibare ringen (toerentalregeling) uit ongeveer dezelfde tijd. Veel open tandwielen, smeerpotjes, antieke bedieningshendels,...
Volgens verhalen zou de machine in Engeland nog onderdelen voor oorlogstuig in WOII gemaakt hebben, vooraleer ze door Eternit tweedehands opgekocht werd om vezelcementbuizen te bewerken. De laatste jaren werd ze nog af en toe gebruikt om openingen in glasvezelversterkte Hobas-buizen te maken.

Deze vrij unieke machine zou binnenkort naar de schroothoop verdwijnen, en er wordt gezocht naar een belangstellende (museum, organisatie,...) die ze wil en kan opvangen.

De geschiedenis van ETERNIT is nu ongeveer een eeuw oud, en verschillende buitenlandse bouwhistorici, technische en architectuurmusea hebben reeds hun belangstelling voor de geschiedenis van dit bouwmateriaal getoond. In 1900 ontwikkelde de Oostenrijkse industrieel de techniek waarbij cement versterkt werd door asbest vezels. Als eerste ter wereld kreeg Alphonse Emsens in 1905 een licentie voor deze techniek. Hij trok in Haren de eerste fabriek op, waar in 1906 de eerste eternitplaten geproduceerd werden, korte tijd nadien gevolgd door de eerste eternit golfplaten.
Tussen de twee oorlogen werd het familiale bedrijf uitgebouwd door de zoons van Alphonse Emsens (André en Jean) en uitgebreid met dochterbedrijven in andere Europese landen en in Latijns-Amerika. In Kapelle-op-den-Bos kwam een nieuwe productie-eenheid met laboratorium. Het Belgische Eternit (thans Etex-groep), dat binnen enkele jaren zijn eeuwfeest viert, groeide uit tot een multinationale onderneming met vestigingen in alle continenten.

Jammer genoeg heeft het bedrijf tot nu toe weinig aandacht voor zijn eigen geschiedenis en zijn erfgoed - het zou o.i. normaal zijn indien het zelf zorg zou dragen voor het veiligstellen en bewaren van oude installaties, en in zijn zetel aan de hand van erfgoedstukken een overzicht zou geven van zijn groei en realisaties. Nu hoopt men dat in extremis een museum of een vrijwilligersorganisatie het probleem van deze kotterbank kan oplossen. Aan de VVIA werd de vraag gesteld om mee te helpen bij het bereiken van een oplossing.

Indien U op één of andere manier kunt of wil helpen, contacteer dan :
Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie vzw
Postbus 30 Gent XII
B-9000 Gent-12
tel. 056/255172
fax 056/255173
e-mail: info@vvia.be

Deze informatie en een aantal afbeeldingen staan ook op onze website: http://www.vvia.be, doorklikken naar de Zoekertjes.

 back to homepage  VVIA / Flemish Association for Industrial Archaeology